Here’s my top 10 of favourite world music albums of 2008. My top favourite of the year is Kaushiki Chakrabarty’s album Live at Saptak Festival. I’ve added published reviews -except for one, all in dutch- four of them written by me for world music magazine Mixed. Due to its late release (december 2008) you won’t find my no.1 –Kaushiki Chakrabarty‘s Live at Saptak Festival– in top 2008-lists of the major international world music magazines. They haven’t yet reviewed the album, but I managed to do so, just in time.
Music of nos. 1 to 8 in this list will be featured in my next edition of Wereldmineralen, the sparkling saturday morning non-stop world music-hour of music-radiostation De Concertzender, on Saturday 27 December 2008. The programme will be -as usual- broadcasted on Radio 6 and via internet and can -as always- be listened to afterwards via on demand. Wanna have a look at the playlist? Click HERE.
My list of top favourite world music albums of 2008:
01. KAUSHIKI CHAKRABARTY – LIVE AT SAPTAK FESTIVAL
(India ; Noord-Indiase raga, khayal)
De uitgebalanceerde ragavertolkingen van de internationaal bejubelde Kaushiki Chakrabarty (28) stijgen ver uit boven het niveau dat men in India op haar leeftijd zou verwachten. Kaushiki was een muzikaal wonderkind en na vele jaren zeer intensieve zangtraining – zo’n 6 tot 9 uur per dag- werd zij ruim tien jaar geleden het troetelkind van de Indiase ragazang. Alle verwachtingen heeft zij sindsdien overtroffen. Op haar nieuwe album trekt haar warme, stralende stem alle registers open in de 60 minuten durende avondraga Maru Bihag. Kaushiki’s klassieke khayal-zang -met veel improvisatieruimte voor melodieversieringen- neemt je volledig mee in de meditatief-spirituele sfeer van de langzame delen en in de snellere gedeeltes zijn de taans (razendsnelle melodieloopjes) een luisterfeest. Na Maru Bihag volgt een ingetogener afsluiting met een prachtig gezongen devotioneel Hindoelied. Kaushiki Chakrabarty is de nieuwe koningin van de khayal en de jonge parel van de Indiase zangkunst. (Pieter de Rooij, Mixed)
02. Sasha – Tappa Journey
(India ; Noord-Indiase raga, tappa)
Ragazangeres Sasha zingt vijf tappa’s. Eind achttiende eeuw ontwikkelde het tappa-genre zich in de Punjab, uit liederen van kameeldrijvers die de Zijderoute volgden. Klassieke Indiase zangscholen integreerden de zangstijl in hun ragamuziek. In de ‘tappa’ (’springen’) stuitert de zangstem snel op en neer bij het versieren van lettergrepen. Sasha’s heldere stem krijgt dan de fascinerende bijklank van een Oosterse hobo, waarbij als vanzelf handelskaravanen en hobbelende kamelen op het netvlies verschijnen. De liedteksten staan bol van amoureus gesmacht en onmogelijke liefdes en de melodieën zijn gebaseerd op romantische raga’s. De instrumentale bezetting wijkt af van wat in de tappa gangbaar is. Indiase tabla en pakhawaj worden aangevuld met ritmes uit het Midden Oosten op tombak en in plaats van een tanpura (luit) die continu het grondtoonakkoord laat horen, omhullen nu prachtige strijkersarrangementen de zang met een behaaglijke klankdeken. ‘Tappa Journey’ brengt je, vijf tappa’s lang, in de sfeer van een duizend-en-één-nacht-sprookje. Betoverend mooi. (Pieter de Rooij, Mixed)
03. Keyvan Chemirani & Anindo Chatterjee – Battements Au Coeur De L’Orient
(Iran-India ; crossover-klassiek)
De in Frankrijk gevestigde Iraanse balling Keyvan Chemirani bespeelt de zarb, een vaastrommel met een ongelooflijke klankrijkdom. Chemirani speelt samen met de Noord-Indiase tablavirtuoos Anindo Chatterjee, in feite een verre muzikale bloedverwant, want de Perzische klassieke muziek is van grote invloed geweest op de klassieke muziek van Noord-India. In beide tradities staat improvisatie voorop en steunt de melodie op de grondtoon van een specifieke toonreeks, de dastgah in Iran, de raga in India. Harmonische inbreng ontbreekt. Rijk versierde, uitgesponnen melodielijnen en gecompliceerde cyclische ritmes maken de dienst uit. Het fabelachtig mooie, soms tranceopwekkende samenspel van Chemirani en Chatterjee wordt ingekleurd met bezwerende zanglijnen van Keyvan’s zus Maryam en instrumentaal fraai aangevuld met de Indiase bansuri (bamboefluit) en sarod (fretloze luit) en de Griekse kemenche (vedel). Zarb en tabla vallen elkaar hier vol overgave in de armen, als twee boezemvrienden die elkaar lang niet gezien hebben en eindelijk kunnen bijpraten. (Pieter de Rooij, Mixed)
04. Mariza – Terra
(Portugal ; fado)
Mariza is niet het type fadozangeres dat mannen snel het hart op hol zal doen slaan, maar haar witte gekunstelde kapsel en de lange monumentale verschijning maken wel een enorme indruk op het moment dat ze gaat zingen. Ik zat op twee meter afstand van haar tijdens een concert in het Muziekgebouw Aan Het IJ en werd overmand door emoties. De intensiteit van haar stem, de warmte en de ogenschijnlijk zoete melancholie bracht mij het typische gevoel van saudade. Daar zijn geen woorden voor. Op haar nieuwe album Terra heeft ze me weer helemaal te pakken. Veertien nieuwe fado’s die zich al snel een plaatsje weten te verwerven in de ziel. Zoals Minh’ Alma, het swingende Rosa Branca en het prachtige Vozes Do Mar, een ode aan de alles verbindende zee. Het lied Alfama gaat over de wijk waar Mariza een deel van haar jeugd doorbracht en ook de wijk Mouraria eert zij met een lied: Tasco Da Mouraria. We volgen Mariza alsof we een wandeling maken door haar Lissabon. Speciale gasten op Terra zijn o.a. de Spaanse zangeres Concha Buika, vriend Tito Paris, flamencogitarist Javier Limon, de Cubaanse pianist Chucho Valdes en jazzpianist Ivan Lins, die ook een compositie aandroeg, namelijk As Guitarras. Terra is een zeer geslaagde kruising tussen Portugese traditie en invloeden uit alle windstreken die Mariza bestrijkt in haar zegetocht over de wereld. Groots! (Ruud Verkerk, Platomania)
05. Seun Kuti – Many Things
(Nigeria ; afrobeat)
The youngest son of the infamous Nigerian Afrobeat innovator Fela Kuti, Seun seems to have taken his time before stepping into the spotlight left empty after the demise of his father in 1997. Seun’s brother Femi was the first to do so, and if this confident debut by his sibling is anything to go by, he’ll be struggling to keep his place there. As a performer, Seun is far more of a chip off the old block than Femi, and with a gruffer and more street-wise sounding vocal delivery. And with his dad’s old band Egypt 80 behind him, he’s a force to be reckoned with. (..) Seun drifts between English, Yoruba and Pidgin English, so for non-Nigerians, the fact that such lyrics are only half-understood has the dual benefit of adding to their mystique and shifting the focus onto the grooves, of which there are many. (Jon Lusk, BBC World Review)
06. Randal Corsen – Dulsura di Korsou
(Curacao-Nederland ; crossover jazz-caribisch)
De op Curaçao geboren Corsen is een begaafde Latinjazzpianist, maar blijkt op zijn best als hij de muziek van zijn vaderland interpreteert: de tumba’s, danza’s en Antilliaanse walsen leiden minder snel tot stunten, en hebben iets eigens wat zijn andere werk soms ontbeert. De meeste stukken zijn echte liedjes, gloedvol gezongen door zijn vrouw Arlette Koeijers, gospelvocaliste Shirma Rouse en Cyrill Bernadina. Maar het instrumentale werk is al even zangerig en melodieus, met soms een toefje klassiek erdoorheen. De sterk bezette groep gaat zelden echt loos, maar blijft meestal aangenaam sudderen, in een vriendelijke en ontspannen sfeer. (Frank van Herk, De Volkskrant)
07. Falak – Rima Khcheich
(Libanon-Nederland ; crossover jazz-Arabisch)
Zes jaar geleden maakte de Libanese zangeres Rima Khcheich indruk als lid van Oriënt Express, de eerste muzikale ontdekkingsreis van saxofonist Yuri Honing en zijn trio door het Midden-Oosten. Was er toen vooral sprake van een ontmoeting tussen Arabische muziek en jazz die niet overal vlekkeloos verliep, inmiddels zijn beide partijen zo naar elkaar toe gegroeid dat deze nieuwe collaboratie klinkt als een vloeiend amalgaam dat zich niet meer laat herleiden tot zijn bestanddelen. Vooral het contrast tussen Khcheichs fluwelige timbre en de licht schurende toon van Honings tenorsax bezorgt menig kippenvelmoment. (Ton Maas, De Volkskrant)
08. Toumani Diabate – The Mande Variations
(Mali ; Afrikaans/Mandingo)
De laatste jaren brengt de grootste koraspeler van de wereld de ene prachtplaat na de andere uit. Samen met Ali Farka Touré bijvoorbeeld, of met zijn eigen Symmetric Orchestra. Maar eigenlijk heeft Toumani Diabaté niemand anders nodig, want dankzij een revolutionaire wijze om de Afrikaanse harp te bespelen klinkt hij als een klein orkest. Hij geeft het basisritme aan, spant de baslijnen en tokkelt verrukkelijke melodieën, dit alles tegelijkertijd en zonder dat het overkomt als een geforceerd trucje. Vandaar dat deze solo-cd weer een hoogtepunt in zijn oeuvre is. Hoewel de tempo’s en stemmingen variëren zijn de meeste stukken – Diabaté’s bewerkingen van oud materiaal, maar bijvoorbeeld ook van UB40’s versie van ‘Kingston Town’ – in feite klaagzangen, opgedragen aan overledenen als Ali Farka. Die versmelting van weemoed en levensvreugde, sereniteit en vuur zorgt voor een betoverend album. (Frank van Herk, De Volkskrant)
09. Hector Zazou & Swara – In the House of Mirrors
(India-Oezbekistan ; crossover/raga)
Wie luistert hoort rustgevende indiase muziek, heel af en toe met accenten van elders (o.a. Nils Petter Molvaer’s trompet, en REM’s Bill Rieflin op percussie). Maar wie góed luistert hoort dat er achter die muziek van alles aan de hand is. Fragmenten kaatsen heen en weer als licht in een spiegeltent (vandaar de titel). De manier waarop Hector Zazou deze wezensvreemde accenten legt leidt echter niet af, maar versterkt de sfeer van de muziek. Nergens dringt Zazou zich op de voorgrond, de productie ademt respect voor de oorspronkelijke muziek. Hector Zazou is begin september van dit jaar op 60-jarige leeftijd overleden. Deze postume release is tevens een waardig eerbetoon aan de man voor wie muzikale grenzen gewoonweg niet bestonden. Zijn erfenis is een indrukwekkend oeuvre aan veelzijdige, avontuurlijke en soms compromisloze muziek. (Peter van Cooten, Platomania)
10. Shastriya Syndicate – Syndicated
(India ; Noord-en Zuid-Indiase raga)
The Shastriya Syndicate bestaat uit jonge topmuzikanten uit de Noord- en Zuid-Indiase ragamuziektraditie, aangevoerd door sitarvirtuoos Purbayan Chatterjee. Op basis van strikte uitvoeringsregels spelen zij makkelijk toegankelijke klassieke ragamuziek. Terwijl bij een regulier raga-optreden hooguit twee stukken per uur worden gespeeld, trakteert het album Syndicated op liefst zeven stukken in een uur. Met drumbegeleiding van de Noord-Indiase tabla en de Zuid-Indiase mridangam klinken beurtelings ragfijne improvisaties op sitar, veena, bansuri en sarangi in smaakvol gearrangeerde composities, gebaseerd op verschillende raga’s. Het temperament van de muziek varieert van vurig en heroïsch uitbundig in Warrior At Dusk, tot lieflijk en introvert in A Journey Within. In dit panorama van de Indiase raga in vogelvlucht ontbreekt eigenlijk alleen de meditatief spirituele diepgang en de grotere spanningsboog van een raga in de gangbare lange uitvoering. Daar valt goed mee te leven, want de raga’s op Syndicated overtuigen in hun miniatuurvorm en zijn in hun klein bemeten manoeuvreerruimte oorstrelend. (Pieter de Rooij, Mixed)
Of course I’ve heard many more great albums, and some of them nearly made it into my Top 10. Let me recommend just five of them:
*Pushparaj Koshti – Surbahar
(North India ; raga ; dhrupad)
*Savina Yannatou & Primavera en Salonico – Songs of an other
(Greece – Folk Meditteranea & Beyond)
*Rabih Abou-Khalil & Ricardo Ribeiro – Em Português
(Libanon/Portugal ; Arabian-Middle East + fado)
*Natacha Atlas – Ana Hina
(England/Marocco/Egypt ; Arabian-Middle East)
*Debashish Bhattacharya – Calcutta Chronicles
(North India; raga ; hindusthani slide guitar)
The album I’ve played most frequently in 2008, and mostly outdoors, on my Ipod, is the album Talaash (released in 2006) by sitarist Purbayan Chatterjee, with Subhankar Banerjee on tabla. Of this brilliant album I’ve played and greatly enjoyed raag ‘Puriya’ countless times.
Ok folks, so far my recommendations concerning world music releases in 2008!